
OMGEVINGSVISIE VOOR HET METROPOLITAINE GEBIED LEIDEN
Thema 1: participatie
Thema 2: integraliteit en samenhang
Thema 3: planvormingsproces
De gemeente Leiden ontwikkelt samen met zeven buurgemeenten (Katwijk, Teylingen, Kaag en Braassem, Zoeterwoude, Voorschoten, Leiderdorp en Oegstgeest) een visie op de ruimtelijke ontwikkeling tot 2040. Als opmaat voor deze visie zijn het afgelopen jaar 2014 in een interactief proces de gedeelde waarden van deze gemeenten vastgelegd in ‘Het Manifest voor het Metropolitane Gebied Leiden’. De gemeenten willen samen een visie op stellen om ook in 2040 een open, mooi, compleet en sterk metropolitaan gebied te zijn, waarin elke afzonderlijke partner haar steentje bijdraagt. De gedeelde visie is het uitgangspunt van de Omgevingsvisie Leiden 2040. De Leidse bijdrage aan het gezamenlijke doel wordt daarin uitgewerkt. De gedeelde waarden vormen het startpunt voor de brede discussie over de toekomst van dit gebied in de context van de Nederlandse Deltametropool. Het gebied vormt nu nog te weinig een regio als geheel, het bestaat uit delen van elkaar overlappende regio’s. Een visie die uitgaat van integratie in plaats van segregatie, van samenwerken en combineren in plaats van ieder voor zich, geeft een agenda om daadwerkelijk invulling te geven aan de opgaven van de toekomst. Als men in staat blijkt de verschillende onderdelen op een krachtige wijze met elkaar te betrekken, dan kan het gebied met haar diversiteit en uniciteit uitgroeien tot een sterke speler in de Deltametropool.
Projectleider: Jeroen Traudes | Gemeente Leiden
Pilotcoach: Piet Zuidhof | BRO
Expert I: Gerard Jan Hellinga | HZA
Expert II: Huub Juurlink | Juurlink & Geluk
Eerste werksessie | 13 januari 2015
Leren op het thema ‘participatie’ was uitgangspunt tijdens de eerste sessie in Leiden. Door de experts zijn vrij globale voorbeelden van participatie gegeven, echter moeten deze volgende keer meer geïllustreerd worden. Er werd geconcludeerd dat het – voor het behouden van de vaart in het proces – nodig is dat er overeenstemming wordt bereikt tussen omliggende kernen over een gezamenlijke visie. Er blijken nog veel verschillende belangen te zijn, onder meer ingegeven door demografische factoren.
Masterclass | 5 maart 2015
Vragen tijden de intervisie-sessies hadden met name betrekking op de complexiteit van intergemeentelijke samenwerking. Hoe houdt je het omgevingsvisieproces werkbaar, beheersbaar en in de juiste maatvoering per onderwerp? En, hoe houdt je ook kleinere gemeenten (met ook minder ambtelijke capaciteit) betrokken bij het omgevingsvisieproces?
Denkrichtingen voor het beheersbaar maken van het proces waren onder meer:
- het Metropolitaine Gebied indelen in diverse deelgebieden / problemen / thema’s (gerichtheid);
- wederzijdse afhankelijkheid van stad en kleine(re) gemeenten blijven benadrukken;
- globaler werken en meer focus aanbrengen (koersen op een plan op hoofdlijnen en anderen dat laten invullen);
- het speelveld en de spelregels helder communiceren en afspreken;
- verwachtingsmanagement organiseren met een logisch en traceerbaar verhaal en daar aan vasthouden;
- collega’s inschakelen bij de organisatie van het participatie-traject. Suggesties daarbij:
- betrek alleen mensen die ook wat willen;
- laat mensen reageren op ‘concept stukken’ (Nb: “old school”).
- het proces “strategisch herijken”: wie heb je echt nodig?